top of page

HET HERSTEL VAN DE TEMPEL

Kainos Revolution

Bijgewerkt op: 26 dec 2024


HET BOEK EZRA HOOFDSTUK 4 TOT 6


De Bijbel staat vol met bemoedigende verhalen over herstel, restitutie en terugbetaling. In het boek Ezra kunnen we het verhaal lezen van het herstel van de tempel na de Babylonische ballingschap van de Joden. De Joden hadden het koninkrijk verloren en waren al zeventig jaar in Babylon, wat was volgens de profetie van Jeremia


Jer. 29:10 Want zo zegt de HEERE: Voorzeker, pas wanneer zeventig jaren in Babel voorbij zijnzal Ik naar u omzien en over u Mijn goede woord gestand doen, door u terug te brengen naar deze plaats.

Daniël las deze profetie van de profeet Jeremia en begon deze profetie te activeren door te bidden en te vasten. Profetieën zullen niet automatisch of vanzelf worden vervuld, maar moeten worden geactiveerd door iemand met geloof in Gods Woord.


Dan. 9:2-3 in het eerste jaar van zijn regering, merkte ik, Daniël, in de boeken het aantal jaren op waarover het woord van de HEERE tot de profeet Jeremia gekomen was: zeventig jaar zouden na de verwoesting van Jeruzalem voorbij moeten gaan. 3 Ik richtte mijn gezicht tot de Heere Godom Hem te zoeken in gebed en met smeekbeden, met vasten, en in zak en as.

Daniël geloofde in de profetie van Jeremia en bad en vastte. Daniël begon ook zijn zonden en de zonden van zijn voorouders te belijden om vergeving te ontvangen en de wettelijke rechten en beschuldigingen van de Aanklager van de broeders weg te nemen. We moeten eerst met God, de Rechter van allen, in de hemelse rechtbank de zaken in orde brengen voordat we verder kunnen met onze bestemming.


Daniël 9:4-6 Ik bad tot de HEERE, mijn God, en deed belijdenis en zei: Och Heere, grote en ontzagwekkende God, Die Zich houdt aan het verbond en de goedertierenheid ten aanzien van hen die Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen, 5 wij hebben gezondigd, wij hebben onrecht gedaan, wij hebben goddeloos gehandeld, wij zijn in opstand gekomen door af te wijken van Uw geboden en bepalingen. 6 Wij hebben niet geluisterd naar Uw dienaren, de profeten, die in Uw Naam spraken tot onze koningen, onze vorsten en onze vaderen, en tot heel de bevolking van het land.

Bekering en het belijden van zonde waren de activaties voor de profetie van de profeet Jeremia. Bekering is het begin van de terugkeer naar Gods plan en het wandelen in Gods bestemming. De activering van de profetie door bekering opende de weg voor de Joden om terug te keren naar hun land, doel en bestemming. De Joden konden teruggaan om het koninkrijk Israël te herstellen, de Tempel te bouwen en alle dingen te herstellen volgens Gods plan.

 

Handelingen 3:19 Kom dus tot inkeer en bekeer u, opdat uw zonden uitgewist worden en er tijden van verkwikking zullen komen van het aangezicht van de Heere, Na zeventig jaar ging een deel van de Joden onder leiding van Ezra terug naar Jeruzalem om de tempel te herstellen. Het eerste dat hersteld moest worden was de aanbidding van God en het uitnodigen en aantrekken van de tegenwoordigheid van God. In het boek Ezra, beginnend in hoofdstuk 4, ontdekken we dat wanneer we met een nieuw herstelwerk voor God beginnen, de vijand strategieën zal hebben om het herstel van Gods werk te belemmeren of zelfs te stoppen.

Ezra 4:1-2 Toen de tegenstanders van Juda en Benjamin hadden gehoord dat de ballingen een tempel bouwden voor de HEERE, de God van Israël, 2 kwamen zij naar Zerubbabel toe en naar de familiehoofden en zeiden tegen hen: Laten wij samen met u bouwen, want zoals u zoeken ook wij uw God. En aan Hem offeren wij sinds de dagen van Esar-Haddon, de koning van Assyrië, die ons hierheen heeft laten trekken.

De vijand probeerde te infiltreren en samen te werken met Gods volk. Het doel van de vijand is om Gods werk te saboteren, frustreren en te vertragen. De Joden konden deze dreiging onderkennen en waren slim genoeg om hen niet met hen te laten samenwerken. (Zie vers 3)


Ezra 4:4-6 Het volk van het land ontmoedigde het volk van Juda en zij joegen hun schrik aan bij het bouwen. 5 En zij huurden raadslieden tegen hen om hun plan te verijdelen, al de dagen van Kores, de koning van Perzië, tot aan het koningschap van Darius, de koning van Perzië. 6 Tijdens het koningschap van Ahasveros, in het begin van zijn koningschap, schreven zij een aanklacht tegen de bewoners van Juda en Jeruzalem.

Daarna probeerde de vijand het werk te belemmeren door de Joden geen vergunning te geven voor de wederopbouw van de Tempel en de stad Jeruzalem. Ze huurden zelfs raadgevers in om wettelijke rechten te vinden om de herbouw van de tempel te stoppen. Na grondig onderzoek door professionals vonden ze een aanklacht die de herbouw van de Tempel zou tegenhouden. De duivel, de aanklager van de broeders, is een professional in het ontdekken van uw zonden of het vinden van de zonden van uw voorouders om u te beschuldigen in de hemelse rechtbanken en uw werk voor de Heer te belemmeren.


Ezra 4:11-15 Dit is een afschrift van de brief die zij aan hem, aan koning Arthahsasta, zonden: Van uw dienaren, de mannen aan deze zijde van de Eufraat, en op dit tijdstip. 12 Laat het de koning bekend zijn dat de Joden die van u zijn weggetrokken, bij ons in Jeruzalem zijn gekomen en die opstandige en slechte stad weer aan het opbouwen zijn. Zij voltooien de muren en herstellen de fundamenten. 13 Laat het de koning nu bekend zijn dat, wanneer deze stad herbouwd is en zijn muren voltooid zijn, men geen belasting, heffingen of tol meer zal opbrengen, en dit zal zeker nadelig zijn voor de inkomsten van de koningen. 14 Welnu, omdat het zout van het paleis ons zout is, en het ons niet past om lijdelijk toe te zien bij de schande van de koning, daarom hebben wij dit bericht gezonden, om het de koning te laten weten, 15 zodat men het kan opzoeken in het boek met de kronieken van uw vaderen. Dan zult u het vinden in het boek met de kronieken en te weten komen dat deze stad een opstandige stad is, die nadelig geweest is voor koningen en gewesten, en dat er van oudsher oproer in ontketend werd. Daarom is deze stad verwoest.

De tegenstanders huurden raadgevers in die een brief aan koning Artaxerxes schreven. De brief bevatte een beschuldiging tegen Jeruzalem, dat bekend stond als een opstandige en kwaadaardige stad. Deze brief was niet alleen gebaseerd op geruchten of meningen. Ze vroegen of er een onderzoek zou worden gedaan in het archief van uw vaderen, met name “het boek met de kronieken.” De vijand zal zijn huiswerk gedaan hebben als hij met een aanklacht komt het werk van God te verstoren. De vijand vindt zelfs de gegevens van uw voorouders om een ​​aanklacht tegen u in te brengen.


Ezra 4:19-21 Er is een bevel door mij uitgevaardigd. Men heeft het onderzocht en gevonden dat deze stad zich van oudsher tegen koningen heeft verzet en dat er in haar opstand en oproer is ontketend. 20 Er zijn zelfs machtige koningen in Jeruzalem geweest die overal aan de overzijde van de Eufraat geheerst hebben en aan wie belasting, accijnzen en tol is betaald. 21 Welnu, geef bevel deze mannen op te laten houden, zodat die stad niet herbouwd wordt, totdat door mij daartoe het bevel wordt gegeven.

Ze ontdekten in de archieven dat Jeruzalem in vroegere tijden een opstandige stad was. Dat deed de koning besluiten het bevel te geven om te stoppen met de wederopbouw van de stad Jeruzalem, inclusief de Tempel van God. De vijand had nu het wettelijke recht om het werk van God vanuit het strafhof tegen te houden. We vinden in de geschiedenis dat het werk van God nu 18 jaar was uitgesteld!


Ezra 4:24 Toen hield het werk aan het huis van God in Jeruzalem op, ja, het hield op tot het tweede regeringsjaar van Darius, de koning van Perzië. 

Dit hoofdstuk maakt ons bewust van de wettelijke rechten die de vijand kan hebben door beschuldigingen in te dienen bij de hemelse rechtbanken. Aan het begin van onze studie zagen we dat Daniël zich bekeerde, ook namens zijn voorouders, zodat de weg werd geopend om de Joden terug te laten keren naar Jeruzalem. We weten ook dat het Gods wil was om Jeruzalem en de Tempel te herbouwen. Maar de vijand vond nog steeds een wettelijk recht om Gods werk, doel en bestemming tegen te houden en uit te stellen.


We kunnen allemaal persoonlijk vertragingen en tegenslagen ervaren als we God volgen en voor Zijn Koninkrijk werken. Soms denken we dat we iets goeds voor God doen als de duivel ons aanvalt. Zou het niet kunnen dat de duivel een wettelijk recht heeft gevonden om jou werk stop te zetten of uit te stellen? Als we ontdekken dat de duivel het wettelijke recht heeft om ons werk stop te zetten, moeten we ontdekken hoe we het wettelijke recht van de duivel in de hemelse rechtbanken kunnen wegnemen.


Ezra 5:1-2 De profeten Haggaï, de profeet, en Zacharia, de zoon van Iddo, profeteerden onder de Joden die in Juda en in Jeruzalem waren; in de Naam van de God van Israël profeteerden zij tegen hen. 2 Toen stonden Zerubbabel, de zoon van Sealthiël, en Jesua, de zoon van Jozadak, op en begonnen het huis van God, Die in Jeruzalem woont, te herbouwen. Gods profeten, die hen ondersteunden, waren bij hen.

God stuurde Zijn profeten naar de Joden die in Jeruzalem en omgeving woonden. De profeet Haggaï en Zacharia profeteerden een boodschap aan de Joden om te beginnen met de wederopbouw van het huis van God in Jeruzalem. Dit is interessant omdat we zojuist hebben bestudeerd dat de vijand het wettelijke recht had om de herbouw van de Tempel te stoppen!


We weten uit het boek Haggaï dat Haggaï een rechtlijnige persoonlijkheid had met een sterke praktische boodschap voor de Joden. De profeet Zacharias was mystiek en hemels gericht met visioenen, bezoeken van engelen en mysterieuze openbaringen. Door het boek Zacharia ontdekken we hoe het wettelijke recht van de vijand werd weggenomen, en waarom deze profeten stoutmoedig profeteerden om te beginnen met de wederopbouw van de Tempel.


In hoofdstuk drie van het boek Zacharia beschrijft Zacharias wat hij in de hemel zag. Zacharias zag dat de hogepriester Jozua kwam om het wettelijke recht van de vijand weg te nemen door berouw te tonen over de zonde van Jeruzalem. (Zach. 3:2) De Heer nam Jozua’s vuile kleren weg en kleedde hem met nieuwe, schone kleren om een ​​nieuwe start te maken. Jozua, de hogepriester, werd zelfs toegang en een positie in de hemel beloofd met de autoriteit om Gods huis te oordelen. (Zach. 3:1-8)


Ezra 5:11-13 En zij hebben ons het volgende antwoord gegeven: Wij zijn dienaren van de God van de hemel en de aarde. En wij bouwen het huis weer op dat vele jaren tevoren is gebouwd, want een groot koning van Israël heeft het gebouwd en voltooid. 12 Maar omdat onze vaderen de God van de hemel hadden vertoornd, heeft Hij hen in de hand van Nebukadnezar, de koning van Babel, de Chaldeeër, gegeven, die dit huis heeft vernield en het volk in ballingschap heeft gevoerd naar Babel. 13 Maar in het eerste jaar van Kores, de koning van Babel, heeft koning Kores bevel gegeven dit huis van God weer op te bouwen.

Door bekering werden de zonde en ongerechtigheid uit Jeruzalem weggenomen. Hierdoor werd het wettelijke recht van de duivel opgeheven en verbroken om het werk van God tegen te houden en uit te stellen. Nu konden ze schakelen om terug te gaan naar het oorspronkelijke plan; het oorspronkelijke plan was het decreet van koning Cyrus om de Tempel in Jeruzalem te herbouwen. (Ezra 1:1-4)


Ezra 5:17  Welnu, als het de koning goeddunkt, laat er dan gezocht worden in het schathuis van de koning daar in Babel, of er een bevel door koning Kores gegeven is om dit huis van God in Jeruzalem te herbouwen, en laat men de wil van de koning hierover naar ons toezenden. 

Het oorspronkelijke plan, het decreet uitgevaardigd door koning Cyrus, stond ook in de archieven en moest via een zoektocht in de archieven worden gevonden om het officieel te maken.


Gods oorspronkelijke plan voor jou staat geschreven in de bestemmingsrol, geschreven voordat je werd geboren. (Ps. 139:16) Gods oorspronkelijke plan voor jouw leven moet in de hemelse rechtbank worden uitgevoerd. Alleen Christus is het waard om uw boekrol te openen en de zegels te verbreken, wat een oordeel over de vijand brengt.

 

Ezra hoofdstuk 6:1-4 Toen gaf koning Darius bevel en men zocht in het archief, waar men de schatten neerlegt, in Babel. 2 En in Achmetha, de burcht in het gewest Medië, werd een boekrol gevonden, waarin het volgende geschreven stond: Om in gedachten te houden: 3 In het eerste jaar van koning Kores gaf koning Kores een bevel: Het huis van God in Jeruzalem, laat dat huis weer opgebouwd worden op de plaats waar men offers brengt. De fundamenten ervan moeten gelijk blijven, zijn hoogte zestig el en zijn breedte zestig el, 4 met drie rijen gehouwen stenen en een rij van nieuw hout. De onkosten zullen uit het huis van de koning betaald worden.

Toen het oorspronkelijke bevel aan het licht kwam, zagen we dat er een stroom van herstel, restitutie en terugbetaling aan de Joden moest worden gegeven. Ten eerste zien we dat de kosten voor de wederopbouw van de tempel betaald moesten worden uit de schatkist van de koning. (Als je een herstelproject voor de Heer uitvoert, wordt dit betaald uit de schatkist van de koning.)

Ezra 6: 5  Bovendien moet men ook de gouden en zilveren voorwerpen van het huis van God, die Nebukadnezar uit de tempel in Jeruzalem had weggehaald en naar Babel had gebracht, teruggeven om naar de tempel in Jeruzalem gebracht te worden, op hun plaats; u moet ze terugzetten in het huis van God. 

Ten tweede moesten alle gouden en zilveren voorwerpen van het Huis van God worden hersteld en teruggebracht naar de tempel in Jeruzalem. Alles moest juridisch in de oorspronkelijke staat worden hersteld.


De oorspronkelijke rijkdom en geestelijke gaven van de Kerk moeten worden hersteld om de opwekking in de eindtijd te kunnen beginnen. God zal deze wereld in onze tijd niet herstellen, maar wil de Kerk herstellen en van haar een stralende Bruid maken zonder enige vlek of rimpel. God wil de Kerk, de Tempel van God, voorbereiden als bruid voor Zijn Zoon Jezus Christus.


Ezra 6:6-7  Welnu, Tattenai, landvoogd van het gebied aan de overzijde van de Eufraat, Sthar-Boznai en uw ambtgenoten, u gerechtsdienaren aan de overzijde van de Eufraat, blijf daar weg! 7 Laat hen aan het werk blijven aan dit huis van God. Laten de landvoogd van de Joden en de oudsten van de Joden dit huis van God herbouwen op zijn oorspronkelijke plaats.

Ten derde kreeg de vijand het bevel ver weg te blijven van het herstel van de Tempel. Dit was een juridisch bevel van de koning.


We moeten niet toestaan ​​dat de vijand ons aanvalt als we Gods werk doen. Dit is illegaal en moet dienovereenkomstig worden bestraft. Ken jouw autoriteit en rechten als zoon van God en zeg tegen de vijand dat hij zich moet terugtrekken.


Ezra 6:8-10  Ook wordt door mij bevel gegeven wat u moet doen voor de oudsten van deze Joden, om dit huis van God te herbouwen. Uit het bezit van de koning, uit de belasting aan de overzijde van de Eufraat, moeten de onkosten aan deze mannen zorgvuldig en zonder ophouden vergoed worden. 9 En wat nodig is: jonge runderen, rammen en lammeren voor de brandoffers voor de God van de hemel, en tarwe, zout, wijn en olie volgens aanwijzing van de priesters in Jeruzalem; het moet hun dagelijks gegeven worden, zodat er nergens gebrek aan is. 10 Zo kunnen ze aangenaam reukwerk offeren aan de God van de hemel, en bidden voor het leven van de koning en zijn zonen.

Ten vierde moeten de kosten van de bouw van Gods huis, inclusief alle dagelijkse offers die de Joden aan God brachten, op kosten van de koning worden betaald. 

(Spr. 13:22 maar het vermogen van de zondaar is weggelegd voor de rechtvaardige.).


Ezra 6:11-12  Ook wordt door mij bevel gegeven dat van iedereen die dit bevel overtreedt een balk uit zijn huis zal worden uitgerukt, die zal worden opgericht; daaraan zal hij worden opgehangen. Zijn huis zal hierom tot een mesthoop gemaakt worden. 12 Moge God, Die Zijn Naam daar heeft doen wonen, elke koning en elk volk omverwerpen die zijn hand uitstrekt om mijn bevel te overtreden door dit huis van God in Jeruzalem te schaden. Ik, Darius, heb het bevel gegeven, laat het zorgvuldig uitgevoerd worden.

Ten vijfde moet de doodstraf worden gegeven aan de persoon, het volk of de koning die dit edict wil veranderen, of die het huis van God wil vernietigen. 


Ken je rechten als zoon van God. Sta niet toe dat de vijand, de duivel, het werk van God verstoort. Ga naar het hemelse rechtbank om de straf op de vijand en zijn werken te activeren.


Door het offer van Jezus Christus hebben wij het volledige recht op herstel, restitutie en terugbetaling. Wij kunnen onze rechten voor God opeisen om terug te krijgen wat de vijand van ons heeft gestolen. We kunnen om compensatie vragen voor de vertragingen die de vijand in ons leven heeft veroorzaakt.


We kunnen voorkomen dat de vijand ons aanvalt!


Bekering en het belijden van zonden zijn de sleutels tot het openen van de deuren naar herstel. Het Bloed van Jezus Christus reinigt ons van alle zonden en reinigt ons van alle onrechtvaardigheid.


Lukas 18:7-8 Zal God dan geen recht doen aan Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, ook wanneer Hij lang wacht om hen te hulp te komen? 8 Ik zeg u dat Hij hun met spoed recht zal doen. Maar zal de Zoon des mensen, als Hij komt, wel het geloof op de aarde vinden? 


 

Categories

Subscribe

Recent posts

bottom of page